100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cyclus 2.15 SOG - onderdeel A B: stoornissen in aantal, doorbraak, vorm en structuur gebitselementen (a) erfelijkheidsaspecten en ontwikkeling gebitselementen (b) €25,49   Add to cart

Summary

Samenvatting Cyclus 2.15 SOG - onderdeel A B: stoornissen in aantal, doorbraak, vorm en structuur gebitselementen (a) erfelijkheidsaspecten en ontwikkeling gebitselementen (b)

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Cyclus 2.15 SOG - onderdeel A B

Preview 2 out of 21  pages

  View example

Getting your document ready...

mobile-preview
  • March 1, 2019
  • 21
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Cyclus 2.15 Stoornissen in groei en ontwikkeling: onderwerp A+B stoornissen in aantal, doorbraak, vorm en structuur
gebitselementen (a) erfelijkheidsaspecten en ontwikkeling gebitselementen (b)
Hoofdstuk 25: Formatieve stoornissen in de structuur van de harde tandweefsels
• Inleiding
o Tijdens odontogenese kunnen stoornissen in de structuur (bouw) van glazuur, dentine
en cement ontstaan.
▪ Bij dentine: vaak door erfelijkheid.
▪ Bij cement: vaak door externe factoren.
o Glazuuroppervlak: macroscopisch onderbroken en glad, golvend en glooiend, voorzien
van scherpe fissuren die soms eindigen in foramen coecum (ontwikkelingsgroefjes).
▪ Voor doorbraak onder glazuur vaak fijne richeltjes (perikymata) gescheiden
door groefjes (imbrication lines van pickerill) enoppervlak eindigende
groeilijnen van retzius (25.1).
o Kleur van kroon witgeel doordat semitransparant karakter waardoor dentine op plekken waar glazuur dun is, doorschemert.
▪ Cervicaal donkerder dan incisaal.
o Afwijkingen van glazuur zichtbaar door macroscopische veranderingen van oppervlak en of kleur of ernstige vormafwijkingen.
o Afwijkingen van cement: in de vorm van doorbraak- of wisselstoornissen of röntgenologische verschijnselen / zichtbaar na
extractie.
o Glazuur wordt hypoplastisch
▪ Daar waar ameloblasten niet in staat zijn om extracellulair de
organische glazuurmatrix te vormen.
• Glazuurmatrix: eiwitten amelogeninen en enamelinen.
▪ Daar waar emelogeninen niet resorberen om ruimte te maken voor
afzetting van mineralen (verkalking).
o Hypoplastisch glazuur is te dun, ontbreekt of is onvoldoende verkalkt.
▪ Oorzaak: tijdelijk inwerkende externe factor → hypoplasieën
vertonen zich vaak als putjes met wel/niet secundair donker
verkleurde bodem / horizontale gerangschikte banden / groeven of
insnoeringen. Of glazuur is in ernstige mate lokaal of gegeneraliseerd
dun of ontbreekt in zijn geheel.
▪ Komen minder frequent voor.
o Hypocalcificaties (25.3, 25.4) wanneer glazuurmatrixvorming en resorptie goed
verlopen, maar mineralisatie van ameloblasten tijdens eruptieve rijping blijft
deels achterwege.
• Zichtbaar als witte (opaciteiten) of bruine vlekken → vooral
in vestibulaire vlakken van bovensnijtanden.
• Opaciteiten komen voor vanaf 7 tot 20-30 jaar → vaak met
oorzaak fluoride.
o Tijdens een verstoorde glazuurontwikkeling kan ook een afwijkende structuur
van het dentine ontstaan.
▪ Normaal lopen dentinekanalen in een S-vorming verloop van glazuur en cement naar pulpaholte → onderling
verbonden door anastomosen.
▪ In axiaal deel van tubuli zijn uitlopers van odontoblasten aanwezig → in 10% ook een zenuwuitloper.
▪ Rondom tubuli is dentine het meest verkalkt (peritubulair dentine).
• Gebieden hier tussen (intertubulair dentine) → minder verkalkt.
▪ Dentineafwijkingen
• Probleem in aantal en wijdte van dentinekanalen en soms in verloop.
• Onvoldoende verkalkingen waardoor er veel interglobulair (onverkalkt) dentine aanwezig is → dentine
bestaat hier dan uit organisch materiaal.
o Pulpaholte kan betrokken zijn → wijd of juist geobliteerd.
• Afwijkend dentine schemert door semitransparantie altijd door.
o Structuur van secundair en tertiair dentine hierdoor niet zichtbaar.
o Structuurstoornissen manifesterien zich op een bepaald aantal manieren, maar kunenn door een groot aantal oorzaken
ontstaan.
▪ Verschillende groepen → zie tabel 25.1.
• 25.1. Glazuur
o Vele oorzaken waardoor ameloblasten onvoldoende functioneren of dood gaan.
▪ Glazuurstoornissen → lastig om oorzaak te achterhalen.
▪ Afwijkingen van gebitselementen zijn soms de eerste signalen dat er meer mis is.
• Vb. aanwezigheid fijne hypoplasieën → dignose tubereuze scleorse
(autosomaal dominant neurocutaan syndroom met mentale retardatie,
epilepsie en huidafwijkingen → 25.5).
▪ Infantiele hypofosfotasie → metabole afwijking met soms zwart galzuur.
• Eerste kenmerk: vroegtijdig uitvallen van (enkele) melkelementen met
hypo- of aplastisch wortelcement.
▪ Verkalkings- en doorbraaktijden helpen te indiceren wat de oorzaak is van de afwijking.
• Tabel 25.2 → indicatie van deze tijden met aantekening: de aanvang van verkalking van melkelementen
vindt vroeger plaats en die van I1 en M1 start al in utero.
▪ Ameologenesis imperfecta hereditaria → chronisch patroon in gegeneraliseerde gebitsafwijkingen is te vinden.
• Exogene oorzaken (fluoride in drinkwater) kunnen ook weer invloed uitoefenen op de ontwikkelende
(delen van) elementen gedurende de desbetreffende periode (chronologische verstoring).
o Lokaal trauma → een element is betrokken.

, o Gegeneraliseerd trauma → meerdere elementen zijn betrokken.
o Fluoride zorgt voor een niet-chronologische invloed op de elementen.
• 25.1.1. Pre- en perinatale factoren
o Dit zijn aandoeningen van de gravida en/of foetus/neonatus met effecten op tandstructuur van het kind.
o Verkalking van melkelementen in utero worden rond de 15e week van aanvang en pas na de geboorte voltooid.
▪ Delen van de eerst doorbrekende blijvende elementen verkalken voor de geboorte.
o Diabetes mellitus van de gravida → vaak hypocalcificaties en hypoplasieën bij kinderen van moeders met diabetes.
▪ Premature partus of vroegtijdige keizersnede.
▪ Type 1: neonatalen lijnen (groeilijnen van Retzius) in melkelementen I1 en M1 zijn verbreed en glazuur is matig tot
slecht verkalkt en soms gegroefd.
▪ Postnatale glazuur onder oppervlak is bij 77% van de elementen gemineraliseerd.
▪ Temporaire elementen zijn vaak hypoplastisch omdat resorptie van de glazuurmattrijs te onvolledig plaatsvindt.
▪ Hypocalcificaties zijn waarschijnlijk door hypocalciëmie door foetale (functionele) hypoparthyreoïdie.
▪ Bij goed ingestelde diabetes (gebruik insuline) → percentage kids met gebitsafwijkingen is maar 10% (waarschijnlijk
ook populatiegemiddelde).
o Hypoxie →zuurstof tekort van gravida of neonaat kan tot glazuurstoornissen en verkleuringen (bilirubine) leiden.
▪ Hypocalciëmie en een te laag geboortegewicht of te vroege geeboorte gelden als (mede)oorzaken.
▪ Kans op kernicterus in dit geval vergroot.
▪ Elementen meestal geelbruin.
• Vooral snijtanden.
▪ Orotracheale intubatie en laryngoscopie zorgt bij 50-95% van de neonaten door druk op de kaak voor aantoonbare
schade (unilaterale hypoplasieën rechts en links).
▪ Vaak geen opaciteiten in gebied van m1 en m2.
o Rubella → rode hond; virusinfectie bij zwangeren.
▪ Kan in eerste 2 maanden van zwangerschap tot vele lichamelijke afwijkingen (hartafwijkingen, microcefalie, mentale
retardatie) van kind zorgen.
▪ Hypoplasie en –calcificatie van glazuur bij 80% van kinderen.
▪ Premature partus.
o Vitamine-deficiëntie van de grafida →
▪ Tekort aan vitamine D leidt tot secundaire hypoparathyreoïdie → foetale parathormoonproductie wordt onderdrukt.
Na partus bij pasgeboren kind ontstaat tetanie (tonische en klonische krampen) als gevolg van hypocalciëmie.
▪ Postnataal: hypoplastisch glazuur.
▪ Bij kids die borstvoeding krijgen komt dit bijna niet voor, tenzij moeder vegetarisch dieet volgt.
• 25.1.4 Voedingsstoornissen
o Door malabsorptie in de darm kunnen lichamelijke problemen en gebitsafwijkingen ontstaan.
▪ Vitamine-D-refractaire rachitis (hypofosfatemie)
• Erfelijke oorzaak → nieren missen vermogen om uit vitamin het hormoon 1,25(OH)2D3 te vormen door te
kort aan 25-OH-D-I-hydroxylase.
o Komt voor bij ernstige X-gebonden vorm.
o Tubulaire reabsorptie van anorganisch fosfaat in nier en gastro-intestinale opname van calcium is
bij vrouwen ernstiger.
• Bij milde autosomaal dominante overerving → receptoren voor 1,25(OH)2D3 zijn abnormaal.
• Recessieve autosomale overerving → hypoclaciëmie (kunnen secundair hyperparathyreoïdie veroorzaken
→ komt zelden voor).
• Vier vormen van hypofosfatemie
o 1. Asymptomatische vorm → meestal volwassenen.
o 2. Inactieve postrachitische vervorming → meestal volwassenen.
o 3. Actieve postrachitische vervorming → meestal volwassenen.
o 4. Hypofosfatemie met vitamine-D-resistentie.
o Glazuur hypoplastisch (dun), geel verkleurd, slecht verkalkt met diep doorlopende spleten.
▪ Enkele elementen of nauweljks gebitsafwijkingen.
▪ Amelogeninen wellicht onvoldoende geresorbeerd.
▪ Slecht verkalkt dentine, maar manteldentine is normaal.
• Prenatale dentine is al afwijkend.
▪ Mineraalverhoudingen in interglobulair dentine wijken af → meer Zn2+.
▪ Predentine is breed, pulpaholten zijn groot met lange pulpahoorns met tubulaire verbindingen met gl-de grens.
▪ Pulpae vaak avitaal, uitgebreid tot periapicale abcessen in permanente dentitie vaak zonder duidelijke andere
oorzaak en wortels sluiten laat.
• Cement defect, eruptie vertraagd.
▪ Botafwijkingen (osteomalacie) kunnen zo mild zijn → vb. lichte X- of O-benen en leren lopen → leiden vaak tot
ontdekking van ziekte.
▪ Behandeling met hormoon D3 en/of suppletie van fosfaat op beslissing van arts.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cussonia_Chrysiptera.parasema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for €25,49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

13 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
€25,49
  • (0)
  Add to cart