Samenvatting

Samenvatting Invertebraten (prof. T. Moens)

11 bekeken 0 aankoop

Instelling
Universiteit Gent (UGent)

Deze samenvatting bevat alle informatie uit de lessen van professor Tom Moens. De informatie uit zowel de powerpoints, extra notities, en wat er gezegd werd tijdens de lessen staat hier vermeld. De samenvatting is structureel en ordelijk.

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 48 pagina's

Bekijk voorbeeld

Document laden...

Geupload op 17 juni 2019
Aantal pagina's 48
Geschreven in 2018/2019
Type Samenvatting

biologie
genetica
bachelor
bmw
biomedische
biomedische wetenschappen
1e jaar
tom moens
moens
invertebraten
protisten
inleiding tot de biologie en genetica

Volgen

Rothmannia_Ecsenius.midas Lid sinds 6 jaar 0 documenten verkocht

€4,49

Ook beschikbaar in voordeelbundel v.a. €7,49

Toegevoegd

In winkelwagen Op verlanglijstje

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na betaling
Zowel online als in PDF
Je zit nergens aan vast

Ook beschikbaar in voordeelbundel (1)

Samenvattingen Invertebraten en Vertebraten (prof. T. Moens)

€ 8,98 € 7,49 2 items

1. Samenvatting - Samenvatting invertebraten (prof. t. moens)
2. Samenvatting - Samenvatting vertebraten (prof. t. moens)
Meer zien

Inleiding tot de Biologie en Genetica
INVERTEBRATEN

1. INLEIDING
1.1 De evolutie
Pre-Darwin
 Fossielen onderzoeken

Lamarckisme (transformatietheorie)
 Principe van gebruik en onbruik van lichaamsdelen; veelgebruikte lichaamsdelen w groter
vb. spiermassa
 Principe dat verworven eigenschappen erfelijk zijn
Vb. Giraf: nek groeit omdat bomen groter worden. Maar theorie dat ze langere nek krijgen
klopt wel; hoge blaadjes, lange nek, hogere overlevingskans, meer nakomelingen (survival of
the fittest)
 Klopt niet in theorie

Darwin (evolutietheorie)
 Epigenetica: bepaalde genen meer/minder gebruiken dus in nakomelingen meer/minder
aanwezig vb. Alcoholverslaving
 Gebaseerd op 5 theorieën
1. Continue verandering
2. Gemeenschappelijke oorsprong
3. Vermeerdering van soorten
4. Geleidelijkheid
5. Natuurlijke selectie
 Beter aanpassen aan omgeving = meer overlevingskans en
nakomelingen vb. wit/zwarte vlinders op berken
 Survival of the fittest  selectie gebeurt door best aangepaste
genotypes (NIET willekeurig)
 Sorting = verschuiving id allelenfrequenties binnen pop, genetische drift
 Bottleneck  verhouding deel pop  verhouding tot pop
 Founder effect  groepje zondert zich af, allopatrische soortvorming

1.2 Indeling van levende organismen
Aristoteles: 2 rijken
1. Plantae  autotroof = organisme maakt organische moleculen van anorganische +
energie (fotosynthese)
2. Animalia  heterotroof = organisme maakt organische moleculen van organische
Later: 3e rijk  Protista = ééncellige micro-organismen vs. meercelligen
Nog later: onderscheid prokaryoten – eukaryoten

5-rijkensysteem van Whittaker en 3-domeinsysteem van Woese

, Naamgeving soorten
 Hiërarchische classificatie vb. Domein (Eukaryota)
Rijk (Animalia) Classis (Mammalia) Familie (Homindae)
Genus (Homo) Soort (Homo sapiens)
 Binomiale nomenclatuur: genus species + naam auteur en jaartal vb. Asterias rubens
(Linneaus, 1758)

Cladistiek
 Monofyletische clade: alle afstammelingen van één voorouder
 Parafyletische clade: sommige afstammelingen van één voorouder
 Polyfyletische clade: afstammelingen van verschillende voorouders

 (Sym)plesiomorfie = kenmerk ontstaan door voorouder en gedeeld met alle nakomelingen
 (Sym)apomorfie = nieuw kenmerk uniek voor een bep clade

,Verwantschappen reconstrueren
 Homologie = structurele gelijkenis door gemeenschappelijke voorouder/oorsprong
 Analogie = gelijkaardig kenmerk maar verschillende voorouders vb.vliegorgaan, vleugels
van vogels en vleermuizen (oorsprong verschilt, functie is zelfde)
 Convergente evolutie = evolutie die gelijk gebeurt maar niet verwant is

2. PROTISTAE
2.1 Inleiding
= eencellige eukaryoten

Diversiteit eukaryoten door endosymbiose
 Primaire endosymbiose vb. mitochondria w opgenomen dr aerobe prokaryoot
Van commensale nr symbiotische relatie
 Secundaire endosymbiose vb. algen w opgenomen dr heterotrofe eurkaryoten
 Bewijzen: dubbel membraan, eigen circulair DNA, aanmaak eigen eiwitten
 Eukaryoot met en zonder chloroplast
Met: fotosynthese (autotroof)
Zonder: neemt suikers op (heterotroof)

Voedingsmechanisme
 Osmotroof: opname opgelost voedsel dmv doorlaatbaar membraan
 Fagotroof: vast voedsel w opgenomen dr uitstulping membraan = fagocytose
Membraan omsluit deeltje (holte = fagosoom), lysosomen laten enzymen vrij vr
vertering
 Exocytose = niet verteerbaar materiaal w uitgescheiden
 Pinocytose = opname opgeloste stoffen

Beweging
 Cilium = armbew tijdens schoolslag over opp en over wand trekken
 Flagel = duwen of trekken door zweepbew
 binnenkant bestaat uit axoneem (cilinder microtubuli) in het centrum met tussenin
dyneïne (eiwit armpjes) en kinetosoom (basaallichaam, 9 tripletten) aan de basis

2.2 Excavata
Afwijkend cytoskelet en voedselgroeve

2.2.1 Fylum Diplomonada
Mitosomen = gereduceerde mitochondriën
Vb. Giardia intestinalis (parasiet in darm)

2.2.2 Fylum Parabasilida
Hydrogenosomen = gereduceerde mitochondriën
☼ Ziekte: Trichomoniasis oralis/tenax
☼ Ziekte: Trichomoniasis vaginalis (SOA)
Effect  ontstekingen, bij zwangerschap: vroeggeboorte

, 2.2.3 Fylum Euglenozoa
Naast flagel e kristallijne staaf van microtubuli

2.2.3.1 Classis Euglenida
2 flagellen uit holte
Mixotroof (ku fotosynthese en heterotrofie)
Oogvlek  lichtintensiteit waarnemen
Pellicula = microtubuli die dwars lopen
 Contractiele vacuole voor excretie en osmoregulatie
Protonpomp pomt nr vacuole, inhoud w leeggemaakt buiten celmembr

2.2.3.2 Classis Kinetoplastida
Kinetoplast = 1 groot mitochondrion doorheen heel organisme
Voorplanting dmv tweedeling (asekueel)

☼ Ziekte: Trypanosoma brucei (slaapziekte)
Tussengh = tseetseevlieg  T.b. gambiense = langzaam
 T.b. rhodensiense = snel
Effect  storing in hersenen leiden tot coma en dood
Levenscyclus:
In vlieg: Parasiet vermenigvuldigt in
spijsvertering  in speekselklier (vertraging
bloedstolling bij mens)
In mens: Vlieg steekt  speeksel bevat
parasiet (lokaal: zweer)  trypanosomenin
bloedbaan  nr lymfeknoppen (zwellen) 
koort, hoofdpijn  milt en lever vergroten 
nr zenuwstelsel en cerebrospinaal vocht
 Polymorf: flagel ligt anders

☼ Ziekte: Trypanosoma cruzi (ziekte van Chagas)
Tussengh = bloedzuigende insecten,
wantsen
Effect  extreme groei v spieren (soms dodelijk, hartspier etc)
 etterende buil bij steek
Effecten pas na jaren

 Ontwijkt het immuunsysteem dr Variabele OppervlakteGlycoproteïnen (VOG)  dense
mantel  gene switching!
 Preventie: uitroeien vegetatie, insecticiden voor vee en sterilisatie mannetjes
tseetseevlieg

☼ Ziekte: Leishmaniasis
Tussengh = bloedzuigende zandvliegen
Levenscyclus:
In vlieg: Parasiet leeft in darm  nr speekselklier

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rothmannia_Ecsenius.midas. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.